Aan het begin van de 20e eeuw vraagt Lazar, een zwijgzame boswachter, Arkadi, een ontgoochelde portretschilder, om een portret van zijn kind te schilderen. Lazar dringt aan en nodigt hem uit om die avond met hem mee te gaan naar zijn afgelegen boerderij. Hoewel Arkadi worstelt met zijn eigen kwellingen, accepteert hij dit ongebruikelijke verzoek. De conceptie van dit portret zal de twee mannen en hun eigen angsten doen schudden, en hen ertoe aanzetten hun percepties te overstijgen en te proberen de kleuren te vinden in een dagelijks leven dat verduisterd wordt door afwezigheid.